Hallo allemaal, in de ingang van de RPG staan al meerdere briefjes met wat informatie over de rollen die zonder sollicitatie beschikbaar zijn. Hier zullen alle rollen komen te staan en wat informatie over deze. Let op: kleed je wel als je personage! Dus, ben je een ridder, doe dan een grijs pak aan. Ben je een boer, doe je iets simpels aan.
Zie je een rol en wil je daarvoor solliciteren? Ga dan naar het topic
''solliciteren voor een rol''.
Rollen:
Vikingen:
- [M] 'V' (Naam), boer. Boeren zijn simpele mannen die als wapen een hark of een stok hebben. Ze leven op het platteland, maar ze zijn meegekomen met de Vikingen om Engeland te veroveren.
- [M] 'V' (Naam), houthakker. Houthakkers zijn mannen met een wat grotere spierkracht; deze gebruiken ze vaak maar ze hebben ook een houten bijl tot hun beschikking.
- [M] 'V' (Naam), krijger. Deze mannen zijn door een stamhoofd benoemd tot krijgers en daarom hebben ze een stenen bijl of een boog als wapen. Het zijn vaak grote, sterke mannen, dus pas voor ze op!
- [M] 'V' (Naam), dorpeling (beroep). Dorpelingen hebben geen speciale kracht; de een is goed in vechten en de ander in wapens maken. Als wapen hebben ze vaak een zelfgemaakte speer bij zich. Schrijf achter ''dorpeling'' het beroep van je dorpeling!
Rangen waarvoor sollicitatie benodigd is:
- [M] 'V' (Naam), ervaren krijger (max. 5). Ervaren krijgers hebben al meer in hun leven gevochten dan normale krijgers. Hierdoor zijn ze veel sterker. Ervaren krijgers hebben een stenen zwaard en een stenen speer tot hun beschikking. Verder hebben ze een harnas, helemaal van leer, en een rond houten schild. Ook kunnen ze goed varen; iets wat normale krijgers niet goed kunnen.
- [M] 'V' (Naam), hoofdkrijger (max. 2). Hoofdkrijgers zijn de baas van alle krijgers. Ze hebben meerdere wapens; zwaarden, speren, maar ook schilden. Hoofdkrijgers hebben een harnas van maliënkolder; hieraan herken je ze. Het gerucht gaat dat een buitenlander nog nooit van een hoofdkrijger heeft gewonnen...
- [M] 'V' (Naam), stamhoofd (max. 3). Ook meerdere stamhoofden van kleinere dorpjes zijn meegegaan om Engeland te veroveren. De meeste kunnen goed vechten, maar er zijn ook andere die dat niet kunnen en die grote kennis van kruiden en goden hebben.
- [M] 'V' Harald III van Noorwegen (max. 1). Deze Harald III is de baas van de Vikingen. Deze grote vechtersbaas laat zich niet veel zien, maar hij heeft een grote spierkracht die hij zal gebruiken om Engeland te veroveren. Hij is ook erg behendig met allerlei wapens, dus pas voor hem op!
Normandiërs
- [M] 'N' (Naam), boer. Boeren waren simpele mannen die een hark of stok als wapen hadden. Ze hadden niet zoveel verstand van vechten, maar ze konden wel goed koken en kruiden zoeken.
- [M] 'N' (Naam), dief. Uit Normandië waren meerdere dieven meegegaan, om zo een deel van de buit, die de Normandiërs zouden krijgen, te stelen. Ze zitten vaak verstopt in bosjes, om reizigers te overvallen, met een mes of soms een boog.
- [M] 'N' (Naam), burger (beroep). Veel burgers, die allemaal een ander beroep hadden, waren meegegaan naar Engeland om Willem de Veroveraar te steunen. Schrijf achter ''burger'' het beroep van je burger!
- [M] 'N' (Naam), ridder lage adel. Veel ridders waren meegegaan naar Engeland, vooral om het plezier van het vechten. Bewapend met een ijzeren zwaard en een maliënkolder zijn ze erg sterk. Ook kunnen ze goed paardrijden.
Rangen waarvoor sollicitatie benodigd is:
- [M] 'N' (Naam), ridder hoge adel (max. 10). Ridders uit de hogere adel hadden meer macht en aanzien dan ridders uit de lagere adel. Hierdoor hadden ze meer geld om, zodat ze betere wapens hadden: ijzeren zwaarden en knotsen en een stevig harnas is voor een ridder van hoge adel normaal. Ze kunnen goed overweg met paarden.
- [M] 'N' (Naam), priester (max. 3). Uit Normandië waren enkele priesters meegegaan om ervoor te zorgen dat God dicht bij de Normandiërs was: zo konden ze sneller winnen. Priesters waren goed in het vinden van helende kruiden en het schrijven van boeken.
- [M] 'N' (Naam), dorpsleider (max. 5). Enkele Normandische dorpsleiders waren meegegaan naar Engeland. Ze kunnen goed vechten met hun stenen of ijzeren zwaard, maar omdat ze geen harnas hebben zijn ze erg kwetsbaar.
- [M] 'N' Willem de Veroveraar (max. 1). Willem de Veroveraar was de hertog van Normandië. Hij was erg sterk en een goede leider voor alle Normandiërs. Hij was erg bedreven met het zwaard en kon goed paardrijden.
Engelsen:
- [M] 'E' (Naam), boer. Boeren uit Engeland waren simpele lieden die niet meer dan een stok als wapen hadden. Ze waren wel goed in het helen van wonden.
- [M] 'E' (Naam), monnik. In Engeland stonden vele kloosters waarin monniken woonden. Wonden helen en boeken schrijven konden ze goed, maar het liefst vermeden ze oorlog. Ook hebben ze altijd goede raad voor je.
- [M] 'E' (Naam), burger (beroep). Burgers in Engeland moesten verplicht hun land beschermen, hoewel sommige daarin geen zin hadden. De een was bijvoorbeeld smid, de ander houthakker. Schrijf achter ''burger'' het beroep van je burger!
- [M] 'E' (Naam), handelaar. Handelaren reisden door Engeland om spullen te verkopen. Oorlog vermeden ze het liefst; dan zouden de klanten weggaan. Handelaren hebben meerdere spullen te koop, bijvoorbeeld wapens of kruiden.
Rollen waarvoor sollicitatie benodigd is:
- [M] 'E' (Naam), ridder (max. 15). Ridders uit Engeland waren niet de allersterkste maar hadden wel veel moed en daarom waren ze toch best sterk. Met hun ijzeren zwaard konden ze goed overweg.
- [M] 'E' (Naam), bisschop (max. 3). Bisschoppen waren belangrijk voor alle mensen in Engeland, omdat deze mannen bijna een directe verbinding met God hadden. Deze wijze mannen konden je toekomst voorspellen en wonden helen.
- [M] 'E' (Naam), ervaren ridder (max. 5). Ervaren ridders uit Engeland waren sterker dan normale ridders; ze hadden een sterker harnas en konden beter met paarden overweg. Ook waren ze erg rijk. Sommige (ervaren) ridders kregen hun geld door reizigers te overvallen, dus pas voor ze op!
- [M] 'E' Harold II van Engeland (max. 1). De koning van Engeland, Harold II, had het erg druk: de Vikingen én de Normandiërs vielen Engeland aan. Toch was hij erg bedreven in het zwaard en had hij een goed harnas en een goed paard. Bezet door: Reducto
Overige rollen:
- [M] (Naam), marskramer. Marskramers waren mensen die door Engeland reisden om spullen te verkopen, maar in tegenstelling tot handelaren hadden marskramers kleinere dingen te koop, zoals een mesje of een aardappel.
- [M] (Naam), dief. Ook in Engeland waren er dieven die in de bosjes zaten om mensen te overvallen. Bewapend met een mes waren ze erg gevaarlijk, dieven uit Engeland lieten je, nadat je was beroofd, vaak dood achter.
Rollen waarvoor sollicitatie benodigd is:
- [M] (Naam), tovenaar. Deze tovenaar werd vaak gezien in de landen van het Verenigd Koninkrijk. Het gerucht ging dat zijn staf sterker was dan een gouden zwaard en dat hij zelfs de ergste wonden kon helen. Of deze geruchten waar zijn, moeten we nog zien..
Zie je een rol en wil je daarvoor solliciteren? Ga dan naar het topic
''solliciteren voor een rol''.
Rollen:
Vikingen:
- [M] 'V' (Naam), boer. Boeren zijn simpele mannen die als wapen een hark of een stok hebben. Ze leven op het platteland, maar ze zijn meegekomen met de Vikingen om Engeland te veroveren.
- [M] 'V' (Naam), houthakker. Houthakkers zijn mannen met een wat grotere spierkracht; deze gebruiken ze vaak maar ze hebben ook een houten bijl tot hun beschikking.
- [M] 'V' (Naam), krijger. Deze mannen zijn door een stamhoofd benoemd tot krijgers en daarom hebben ze een stenen bijl of een boog als wapen. Het zijn vaak grote, sterke mannen, dus pas voor ze op!
- [M] 'V' (Naam), dorpeling (beroep). Dorpelingen hebben geen speciale kracht; de een is goed in vechten en de ander in wapens maken. Als wapen hebben ze vaak een zelfgemaakte speer bij zich. Schrijf achter ''dorpeling'' het beroep van je dorpeling!
Rangen waarvoor sollicitatie benodigd is:
- [M] 'V' (Naam), ervaren krijger (max. 5). Ervaren krijgers hebben al meer in hun leven gevochten dan normale krijgers. Hierdoor zijn ze veel sterker. Ervaren krijgers hebben een stenen zwaard en een stenen speer tot hun beschikking. Verder hebben ze een harnas, helemaal van leer, en een rond houten schild. Ook kunnen ze goed varen; iets wat normale krijgers niet goed kunnen.
- [M] 'V' (Naam), hoofdkrijger (max. 2). Hoofdkrijgers zijn de baas van alle krijgers. Ze hebben meerdere wapens; zwaarden, speren, maar ook schilden. Hoofdkrijgers hebben een harnas van maliënkolder; hieraan herken je ze. Het gerucht gaat dat een buitenlander nog nooit van een hoofdkrijger heeft gewonnen...
- [M] 'V' (Naam), stamhoofd (max. 3). Ook meerdere stamhoofden van kleinere dorpjes zijn meegegaan om Engeland te veroveren. De meeste kunnen goed vechten, maar er zijn ook andere die dat niet kunnen en die grote kennis van kruiden en goden hebben.
- [M] 'V' Harald III van Noorwegen (max. 1). Deze Harald III is de baas van de Vikingen. Deze grote vechtersbaas laat zich niet veel zien, maar hij heeft een grote spierkracht die hij zal gebruiken om Engeland te veroveren. Hij is ook erg behendig met allerlei wapens, dus pas voor hem op!
Normandiërs
- [M] 'N' (Naam), boer. Boeren waren simpele mannen die een hark of stok als wapen hadden. Ze hadden niet zoveel verstand van vechten, maar ze konden wel goed koken en kruiden zoeken.
- [M] 'N' (Naam), dief. Uit Normandië waren meerdere dieven meegegaan, om zo een deel van de buit, die de Normandiërs zouden krijgen, te stelen. Ze zitten vaak verstopt in bosjes, om reizigers te overvallen, met een mes of soms een boog.
- [M] 'N' (Naam), burger (beroep). Veel burgers, die allemaal een ander beroep hadden, waren meegegaan naar Engeland om Willem de Veroveraar te steunen. Schrijf achter ''burger'' het beroep van je burger!
- [M] 'N' (Naam), ridder lage adel. Veel ridders waren meegegaan naar Engeland, vooral om het plezier van het vechten. Bewapend met een ijzeren zwaard en een maliënkolder zijn ze erg sterk. Ook kunnen ze goed paardrijden.
Rangen waarvoor sollicitatie benodigd is:
- [M] 'N' (Naam), ridder hoge adel (max. 10). Ridders uit de hogere adel hadden meer macht en aanzien dan ridders uit de lagere adel. Hierdoor hadden ze meer geld om, zodat ze betere wapens hadden: ijzeren zwaarden en knotsen en een stevig harnas is voor een ridder van hoge adel normaal. Ze kunnen goed overweg met paarden.
- [M] 'N' (Naam), priester (max. 3). Uit Normandië waren enkele priesters meegegaan om ervoor te zorgen dat God dicht bij de Normandiërs was: zo konden ze sneller winnen. Priesters waren goed in het vinden van helende kruiden en het schrijven van boeken.
- [M] 'N' (Naam), dorpsleider (max. 5). Enkele Normandische dorpsleiders waren meegegaan naar Engeland. Ze kunnen goed vechten met hun stenen of ijzeren zwaard, maar omdat ze geen harnas hebben zijn ze erg kwetsbaar.
- [M] 'N' Willem de Veroveraar (max. 1). Willem de Veroveraar was de hertog van Normandië. Hij was erg sterk en een goede leider voor alle Normandiërs. Hij was erg bedreven met het zwaard en kon goed paardrijden.
Engelsen:
- [M] 'E' (Naam), boer. Boeren uit Engeland waren simpele lieden die niet meer dan een stok als wapen hadden. Ze waren wel goed in het helen van wonden.
- [M] 'E' (Naam), monnik. In Engeland stonden vele kloosters waarin monniken woonden. Wonden helen en boeken schrijven konden ze goed, maar het liefst vermeden ze oorlog. Ook hebben ze altijd goede raad voor je.
- [M] 'E' (Naam), burger (beroep). Burgers in Engeland moesten verplicht hun land beschermen, hoewel sommige daarin geen zin hadden. De een was bijvoorbeeld smid, de ander houthakker. Schrijf achter ''burger'' het beroep van je burger!
- [M] 'E' (Naam), handelaar. Handelaren reisden door Engeland om spullen te verkopen. Oorlog vermeden ze het liefst; dan zouden de klanten weggaan. Handelaren hebben meerdere spullen te koop, bijvoorbeeld wapens of kruiden.
Rollen waarvoor sollicitatie benodigd is:
- [M] 'E' (Naam), ridder (max. 15). Ridders uit Engeland waren niet de allersterkste maar hadden wel veel moed en daarom waren ze toch best sterk. Met hun ijzeren zwaard konden ze goed overweg.
- [M] 'E' (Naam), bisschop (max. 3). Bisschoppen waren belangrijk voor alle mensen in Engeland, omdat deze mannen bijna een directe verbinding met God hadden. Deze wijze mannen konden je toekomst voorspellen en wonden helen.
- [M] 'E' (Naam), ervaren ridder (max. 5). Ervaren ridders uit Engeland waren sterker dan normale ridders; ze hadden een sterker harnas en konden beter met paarden overweg. Ook waren ze erg rijk. Sommige (ervaren) ridders kregen hun geld door reizigers te overvallen, dus pas voor ze op!
- [M] 'E' Harold II van Engeland (max. 1). De koning van Engeland, Harold II, had het erg druk: de Vikingen én de Normandiërs vielen Engeland aan. Toch was hij erg bedreven in het zwaard en had hij een goed harnas en een goed paard. Bezet door: Reducto
Overige rollen:
- [M] (Naam), marskramer. Marskramers waren mensen die door Engeland reisden om spullen te verkopen, maar in tegenstelling tot handelaren hadden marskramers kleinere dingen te koop, zoals een mesje of een aardappel.
- [M] (Naam), dief. Ook in Engeland waren er dieven die in de bosjes zaten om mensen te overvallen. Bewapend met een mes waren ze erg gevaarlijk, dieven uit Engeland lieten je, nadat je was beroofd, vaak dood achter.
Rollen waarvoor sollicitatie benodigd is:
- [M] (Naam), tovenaar. Deze tovenaar werd vaak gezien in de landen van het Verenigd Koninkrijk. Het gerucht ging dat zijn staf sterker was dan een gouden zwaard en dat hij zelfs de ergste wonden kon helen. Of deze geruchten waar zijn, moeten we nog zien..
